Use the 20 quiz questions to prepare yourself and test whether you know the subject matter.
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartWelke randvoorwaarden zijn belangrijk voor het functioneren van een democratie?
A. De trias politica, erkenning van de grondrechten, lidmaatschap van internationale organisaties.
B. Respecteren van de verkiezingsuitslag, respecteren van de grondrechten, een minimum aan
sociale cohesie en vertrouwen van de burgers in de democratie.
C. Kiezen van de volksvertegenwoordigers (indirecte democratie) en meebeslissen over zaken
van algemeen belang door referenda (directe democratie).
D. Een functionerende rechtsstaat, onafhankelijke media en een goed opgeleide bevolking.
Wie vormt het dagelijks bestuur van de Europese Unie?
A. De Raad van Ministers.
B. De Europese Commissie.
C. Het Europees Parlement.
D. De Europese Raad.
Er zijn twee soorten pressiegroepen, namelijk belangenorganisaties en actiegroepen. Een
voorbeeld van een actiegroep is:
A. de Algemene Onderwijsbond.
B. de ChristenUnie.
C. Schokkend Groningen.
D. de ANWB.
Wat is de juiste volgorde van links naar rechts van de volgende partijen?
A. PvdA, D66, CDA, VVD, PVV.
B. VVD, CDA, PVV, D66, GroenLinks.
C. GroenLinks, SGP, PvdA, CDA, PVV.
D. SP, VVD, D66, PVV, PvdA.
Het kabinet:
A. bestaat uit de koningin, de ministers en staatssecretarissen.
B. bestaat uit de ministers en de staatssecretarissen.
C. is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van Nederland.
D. is direct gekozen.
In een stelsel van evenredige vertegenwoordiging:
I. hebben kleine politieke partijen meer kans op een Kamerzetel dan bij een
districtenstelsel.
II. is er weinig afstand tussen kiezer en gekozene.
III. is de persoon van de politicus belangrijker dan het partijprogramma.
A. I en II zijn juist.
B. II en III zijn juist.
C. Alleen I is juist.
D. Alle antwoorden zijn juist.
I. De troonrede is een soort jaarlijkse bijstelling van de miljoenennota.
II. Ieder voorjaar legt de regering verantwoording af over het beleid dat in het
regeerakkoord is afgesproken.
III. Tijdens de Algemene Beschouwingen in september wordt gedebatteerd over de
rijksbegroting.
A. I is juist, II en III zijn onjuist.
B. I en II zijn onjuist, III is juist.
C. I, II en III zijn juist.
D. I is onjuist, II en III zijn juist.
Het systeemmodel is een model waarmee:
I. je maatschappelijke problemen kunt analyseren.
II. je kunt beschrijven hoe politieke besluiten tot stand komen.
A. I is juist, II is onjuist.
B. I is onjuist, II is juist.
C. I en II zijn beide juist.
D. I en II zijn beide onjuist
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartDo you prefer to learn the quiz questions from paper? Then download the 20 questions as PDF.
Add to cartEarn money by making quiz questions and learn directly for your upcoming test.
Create quiz20 vragen om jouw kennis te testen over het thema ''Parlementaire democratie'' van het vak maatschappijleer. Gebruik ook zeker mijn samenvatting om extra goed voorbereid te zijn op je toets. Samen vormen deze twee hulpmiddelen één geheel die jou helpen met het halen van een goed cijfer. Geen AI-gegenereerde vragen!!
20 questions
3x sold
Nederlands
07-25-2023
Middelbare school / VWO / Economie en Maatschappij / Maatschappijleer
Themas Maatschappijleer - Jasper van den Broeke
2023/2024 Thema's maatschappijleer H3 parlementaire democratie vwo
In het studiejaar 2023-2024 zit ik in 6vwo, en het schooljaar daarop ga ik studeren in de Verenigde Staten. Ik heb heel veel samenvattingen en school-gerelateerde documenten waar ik eigenlijk helemaal niets meer mee doe, maar die mij wel goede studieresultaten hebben opgeleverd. Ik hoop dat ik anderen er mee kan helpen. In ieder geval heel veel succes met leren!