Use the 65 quiz questions to prepare yourself and test whether you know the subject matter.
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartJe weet wat taalbeschouwing is en herkent situaties waarin wordt taalbeschouwd (6)
reflectie op alle aspecten van taal:
- taalsysteem = wel 'onaardig' niet 'onvoetbal'
- taalgebruik= 'zitten!' vs. 'neem plaats!'
- taalnormen= waarom is 'hun' als lijdend voorwerp niet goed maar 'hen' wel? Hoe is dat ontstaan?
- taalveranderingen = 'loeach' en nu 'lachte'
- taalvariatie = verschil taalgebruik jong en oud
- functie van taal= wat taal doet 'ik verklaar u tot man en vrouw'
input text value
4 andere punten over taalbeschouwing
1. kijken naar taal (vorm, gebruik en functie)
2. bepaalde verschijnselen ontdekken in taal
3. spelen met taal
4. praten en denken over taal (reflectie)
input text value
belang van het taalonderwijs
- kinderen leren kijken naar allerlei aspecten van het taalgebruik
- ze leren begrippen die het hen mogelijk maakt over taal te denken en te spreken
input text value
Taalniveaus (6)
- fonologie
- morfologie
- semantiek
- syntaxis
- pragmatiek
- orthografie
input text value
Taalbeschouwingsstrategieën
- analyseren
- relateren
- vergelijken
- classificeren
- generaliseren
- herordenen
input text value
taalbeschouwingsstrategie analyseren
- zoeken naar stukjes
- het uit elkaar halen van een woord, zin of tekst naar onderdelen/losse elementen.
- een zin in woorden, een woord in klankgroepen/klanken of in betekenisvolle delen.
- onwillekeurig= sluitbaar= sluit-baar niet sl-uitbaar
- op basis van voorkennis= drinkbaar, bewoonbaar etc.
input text value
Wanneer heb je analyseren nodig?
- bij het voorbeeld van de 1e stap bij de lus (c van circus)
- als woordleerstrategie
- bij het klappen van woorden (ka-bou-ter)
- bij het voorlezen van woorden (boek, b-oe-k)
- bij spelling (samenstelling, schrijven van woorden etc.)
input text value
taalbeschouwingsstrategie relateren
- waar zegt het iets over
- verbanden leggen tussen woorden, zinsdelen en zinnen
- signaalwoorden
- voegwoorden: als, dan etc.
- samenstellingen: voetbal, handbal etc.
- grammaticale betekenis: hij loopt, ik loop etc.
- onderscheid tussen bijvoeglijke bepaling en bijwoordelijke bepaling: ik zag de man met de verrekijker.
input text value
Buy the quiz questions and be prepared for your next test.
Add to cartDo you prefer to learn the quiz questions from paper? Then download the 65 questions as PDF.
Add to cartEarn money by making quiz questions and learn directly for your upcoming test.
Create quizKennen en kunnen voor taal 2 tentamen uit het boek Portaal
65 questions
Nederlands
01-25-2024
HBO / Thomas More Hogeschool / Leraar Basisonderwijs / Taal
Ik ben 1e jaars pabo studente. Alle samenvattingen en oefenvragen heb ik zelf gemaakt! Hiermee heb ik al verschillende toetsen mee gehaald!